Etappe 20


02-09-12

Garin > Col de Portet d’Aspet
90 km

IMG_1083

We eten yoghurtjes voor het ontbijt in het gemeenschappelijke ruimtetje op de camping. We besluiten door te fietsen naar het eerstvolgende dorp voor koffie en aanvullend fatsoenlijk ontbijt. Er blijkt niks open te zijn. We moeten linksaf richting de Port de Bales. We krijgen het meteen voor onze kiezen, zeer steil klimmen. Ik wacht even op Willem in een gehucht. Aan een muur hangt een collage met allemaal oude foto’s van Tour de France wielrenners.

Uiteindelijk na meer dan 10 kilometer fietsen komen we aan bij een hotel aan de voet van de Port de Bales. We moeten onze schoenen uitdoen in het halletje en moeten Crocs aandoen. We worden geparkeerd in een raar klein kantinetje. We nemen plaats op barkrukken. Hangen mooie oude zwartwit wintersportfoto’s aan de muur. We nemen een sandwich omelette en koffie. De ober vertelt dat er een wielercours wordt gehouden en dat we daar rekening mee moeten houden.

Tijdens de beklimming van de ‘Port de Bales’ komen we allemaal afdalende wielrenners tegen. Ze zoeven met een noodgang voorbij, terwijl wij ons een weg omhoog zwoegen. We doen nog een statiefmoment, waarbij het oppassen is geblazen in verband met de dalende wielrenners, motoren en ploegleiderauto’s.

Boven op de col is het een drukte van belang. Het staat vol met renners en aanverwanten. Er blijven maar wielrenners boven komen, vanuit de richting waar wij dus naar beneden moeten. Tijdens het afdalen moeten we goed opletten omdat de honderden fietsers over de volle breedte van de weg als tegenliggers omhoog zwalken. Willem moedigt ze aan: ‘Allez, Allez!’ Ik heb medelijden met de tegemoetkomende fietsers (ze blijven maar komen) want het is enorm steil. Het aantal mensen dat naar boven loopt met de fiets in de hand neemt gestaag toe.

In Siradan (de laatste wielrenners zijn we inmiddels wel gepasseerd) rijdt Willem een mus dood. We zijn in de war omdat de routebeschrijving niet helemaal overeen komt met de weg die we moeten nemen. We rijden een stukje terug en toch weer dezelfde weg heen.

Ik weet de naam van het dorpje niet meer waar we op een terrasje een drankje nemen. Er komt een kerel met jeu de boules ballen voorbijgelopen. Ook is er een man die onze fietsen bekijkt. Hij kent het merk niet en wil weten hoe duur ze zijn. Zijn vader heeft ooit fietsen gebouwd, vertelt hij.

We vervolgen onze weg naar St. Beat en beginnen aan de klim van de Col de Menté. Die is lang en zwaar. Onderweg zijn een aantal waaghals-skateboardgasten. Ze proberen tevergeefs een lift te krijgen van doorrijdende auto’s. Willem heeft er nog een paar naar beneden zien gaan.

IMG_1119

Aangekomen op de col heb ik het ijskoud. Ik ben kletsnat van het zweet. Als Willem aankomt maakt hij een praatje met een Engelse of Amerikaanse fietser. Er staan 3 Franse jongetjes met racefietsen voor het col-bord. Ze nemen een foto van ons. Tijdens de afdaling halen ze ons natuurlijk in. Er staan even verderop een paar herders heel gestresst allemaal schapen in te laden.

Beneden aangekomen begint meteen alweer de laatste klim en tevens onze bestemming voor vandaag: de Col de Portet d’Aspet. De klim is kort maar behoorlijk zwaar. Op sommige plekken 15% of meer. Willem heeft tijdens een tussenstop nog een verrassing: gel-drinks.

Op de col is er een barretje. Ik vraag of er kunnen eten. Het ruikt er ongelofelijk sterk naar Pernod. Er zitten twee nogal beschonken mannen van middelbare leeftijd. Een ervan blijk een Nederlander te zijn. Hij zegt dat 2 kilometer verderop naar beneden in het dorp (Portet d’Aspet) een restaurant is. Op de camping is wel een restaurant, maar dat is gesloten. We installeren ons en dalen af naar het eten. Een rustiek boeren restaurant: eten wat de pot schaft. Op de wc hangt een grappige poster van de plaatselijke Toppers. Na het eten in het pikkedonker weer naar boven.

< Vorige | Volgende >

Comments are closed.